top of page

1

Beste Bezoeker,

Welkom in de rust van het begijnhof ter Hoyen.

Mijn naam is Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen. Achthonderd jaar geleden heb ik samen met mijn zuster Margaretha dit begijnhof gesticht, en vele andere in de Nederlanden. We boden er een groep eigenzinnige vrouwen onderdak: dames die een vroom en onafhankelijk leven wilden leiden, zonder te trouwen en zonder naar het klooster te moeten. Deze vrouwen, die men begijnen noemde, wierpen zich op ingewikkelde theologische kwesties. Ze verlangden ook naar een intens en direct contact met God. Dat maakte bisschoppen en pausen soms behoorlijk nerveus. En niet alleen zij. Prinsen en vorsten zagen in onze intelligente en strijdbare zusters ook al een bedreiging voor hun macht. 

Mijn zuster en ik hadden sympathie voor hun ideaal. Als vrouwen van adel hadden wij maar weinig te zeggen. Trouwen met mannen die even machtig waren als onze vaders, en kinderen krijgen om voor opvolgers te zorgen, was onze taak. De begijnen braken los uit die rol. Ze werden bespot, verguisd en vervolgd. We wilden hen helpen. Daarom schonken wij hen een stuk hooiland net buiten de stad, waar ze huisjes konden bouwen en ongestoord hun godsvrucht beleven. Als zij baden voor het zielenheil van ons en onze familie, zouden wij hen beschermen. Dat was de afspraak.

Zo ontstond dit begijnhof. In achthonderd jaar is er natuurlijk veel veranderd. Die stenen huizen, met hun rode gevels, en die trotse, barokke kerk, hebben de begijnen pas vanaf de zeventiende eeuw gebouwd. En vandaag wonen er allerlei gewone mensen achter de poortjes. Maar de geest van toen, die is er wel nog. 

Bezink dus even, op deze bank. Geniet van de stilte, verstoor haar niet. En wandel gerust rond. Mijn zuster en mij zul je hier natuurlijk niet meer tegenkomen. Of misschien toch een beetje. De muren die het begijnhof omringen, tussen de Schelde en de rest van de stad, dat zijn nog altijd onze beschermende armen.

bottom of page